COMPONIST (1953-2007)

HANS ASSELBERGShome.html
 

Studio Grasland (1999 - 2008)

Door Peter Bruyn


Grasland was het onontkoombare resultaat van Hans’ streven om een droom te realiseren. Een ‘speelplek’ die veel méér werd dan een speelplek. Want zo ging dat nu eenmaal bij hem.

Een eigen kamer om te musiceren had hij altijd gehad — ook toen muziek nog niet zijn fulltime bezigheid was. Maar toen hij na zijn ziekte in de vroege jaren negentig besloten
had zich alleen nog maar op die ene passie te storten, begon hij uit te kijken naar een grotere ruimte met veel mogelijkheden. Een plek waar hij de ultieme vrijheid had om onbegrensd zijn eigen wereld te scheppen. In 1998 ontdekte hij via via een leegstaand pand aan de Helmbreker- steeg.

‘Ik ben eigenlijk nog steeds niet van de verbazing bekomen, van wat er daar toen onder mijn ogen gebeurde,’ blikt Michèle terug op die periode, eind jaren negentig. Wat oorspronkelijk een ‘muziekruimte’ zou worden, werd al spoedig veel méér. Het pand leende zich ook voor meer. Samen met zijn broer Thijs, van Architectuurcentrale Thijs Asselbergs, maakte Hans het ontwerp voor een geluidsdichte studio met daarnaast een royale ontvangstruimte. Boven de ontvangstruimte was nog een etage en Hans stelde Michèle voor daar haar atelier van te maken.

Het was even wennen aan het idee, Michèle had een atelier elders in de stad dat haar prima beviel. Maar eenmaal ingetrokken in de Helmbrekersteeg werd zij bevangen door hetzelfde enthousiasme.


Binnen moest alles van de vloer tot aan het dak opnieuw gebouwd worden. En omdat dat toch moest, moest het maar meteen heel goed ook. Een groot aannemersbedrijf werd ingeschakeld. Daidalos Peutz, een van de meest vermaarde ingenieursbureaus ter wereld op het gebied van geluid, dat onder meer werkte voor het Parijse Olympia en de Berlijnse Staatsopera Unter den Linden, adviseerde met betrekking tot de akoestiek. Als er tussen verschillende constructies of materialen gekozen moest worden, koos Hans vrijwel consequent voor de hoogste kwaliteit. Alles het neusje van de zalm, inclusief een schitterende Steinway & Sons concertvleugel. En later zou hij dat criterium ook voortdurend hanteren als het ging om de keuze van musici en kunstenaars.

Enkele jaren later zei Hans daar zelf over in een interview met Richard Stekelenburg voor Haarlems Dagblad: ‘Er zijn 10.000 studiotjes in Nederland die, als je er akoestisch iets opneemt, nog steeds klinken als een gemiddelde badkamer. Dat heeft dus geen zin. Je moet het beste doen, anders moet je het laten. Voor mij is dat althans een kwestie van overleven.’ In datzelfde jaar, 2004, verklaarde Hans in het blad Esta, dat zijn leven nu was zoals hij het zich altijd gedroomd had. In de studio had hij een ruimte met slagwerkinstrumenten die hij ervaarde als ‘een kamer vol vrijheid, zonder grenzen’.


Het onvermijdelijke gevolg van die gerealiseerde vrijheid was dat Grasland veel méér werd dan een werk- en opnameruimte voor een componist. Hans en Michèle begrepen al snel dat het zonde was om de studio alleen zelf te gebruiken. Daarbij kwam dat het informele karakter van de belendende ontvangstruimte, die zelfs een fraai barretje had, Grasland tot een ideale ontmoetingsplek maakte voor culturele activiteiten. Niet in de laatste plaats doordat Hans en Michèle al jaren een actieve rol binnen het Haarlemse kunstnetwerk speelden. Terwijl Hans zich primair op de studiotaak bleef richten, ontwikkelde Michèle plannen om de ontvangst- en exporuimte voor culturele activiteiten inzetbaar te maken. Het hele gezin was actief in de studio, met het inrichten van de ruimtes en de bediening bij ontvangsten en diners.


Het begon in 2000 met deelname aan de Haarlemse Stripdagen. Al spoedig ontdekte ook Karel Schampers van het Frans Halsmuseum Grasland als perfecte plek waar na de opening van belangrijke exposities in De Hallen met kunstenaars gedineerd kon worden. De optredens van Hans tijdens die diners gaven hem
de gelegenheid zich verder te ontwikkelen als performer en componist. Er werd een eigen concertserie opgezet: de Muzieksalon. Grasland bleek ook uitstekend geschikt als expositie- ruimte; weliswaar niet permanent toegankelijk, maar met zoveel kunstenaars en kunstliefhebbers over de vloer wilde iedereen zijn of haar werk er graag laten zien. Andere Haarlemse culturele initiatieven als De Zingende Zaag, de Koorbiënnale en )toon) waren regelmatig in Grasland te gast en Philharmonie-directeur Jaap Lampe onderzocht er ‘pied-à-terre’-mogelijkheden voor kleinschalige klassieke concerten.

Hans maakte ook deel uit van de Coalitie Hedendaagse Kunst, een samenwerkings- verband met Karel Schampers van de Hallen, Martijn Lucas Smit van Nieuwe Vide, Peter Koppen van het Patronaat, Jaap Lampe en Neil Wallace van de Stadsschouwburg en de Philharmonie en Frans Lommerse van de Toneel- schuur.

In Grasland kwamen vooral musici over de vloer die opnames maakten; grote namen als Mauricio Kagel, Louis Andriessen, Het Mondriaan Kwartet, Michiel Borstlap, Konrad Boehmer en noem maar op. En Grasland was in de allereerste plaats de broedplek voor Hans’ eigen theatrale composities en experimenten. Maar het pand dat in 1998 aangekocht werd als muzikale ‘speelplek’ was binnen de kortste keren meer. Véél meer.